Observations

 
Dit blog is inmiddels gesloten, want het Gerrit Rietveldjaar is inmiddels afgerond. Maar scroll vooral nog door de weergave van een creatief jaar. 

︎

In 2023-2024 doe ik de Oriëntatiecursus van de Gerrit Rietveld Academie. In dit blog houd ik bij wat ik leer, ontdek en wat me opvalt. Kijk en lees je mee?

Ik heb toelating voor de Rietveld gedaan, omdat ik:

  • mijn manier van kijken verder wil ontwikkelen;
  • mijn bewustzijn verder wil verruimen door middel van creativiteit;
  • andere disciplines van expressie wil verkennen en ontdekken dan die ik al beoefen;
  • mijn schrijven wil inspireren door andere vormen van maken;
  • elke week het plezier van maken in mijn programma wil hebben ingebouwd; 
  • mij wil laten inspireren door vormen van educatie/kunstonderwijs;
  • wil leren van anderen en in een groep;
  • kunst wil (be)oefenen als levenshouding. 



Bovenstaande foto’s zijn impressies van en op weg naar de Gerrit Rietveld Academie.

Laatste blok, maart-april-mei 2024


We zitten in het laatste blok, het Rietveld-jaar loopt bijna ten einde. In het blok van docent Marek, Mixed Media, houden we ons bezig met filmpjes maken, monteren, stop-motion, een boekje maken; alle vormen van gemixte media. We hebben minder huiswerk, maken meer in de klas zelf dan thuis, ook omdat veel van de klasgenoten druk zijn met voorbereidingen voor de toelating voor DOG-time (volledige 5-jarige opleiding van de Rietveld). We hebben op 11 mei nog een afsluitende terugkomdag. Daarna gaan we onze eigen wegen weer. Wat we ook doen, iedereen creatief gevoed, de wereld in. Wat een verrijkend jaar!! 

Les 19, 16 maart


Great lesson today! Of a new block - mixed media, given by Marek van de Watering. New block, new chances, so why not blogging in English?

It is refreshing to have a new topic and a new teacher again. After our super fun ‘schoolreisje’ of last week in Rotterdam we are ready to rumble. Marek is introducing us to what mixed media is, as defined in our class: combining different elements with at least one of them being media. The focus point of class will be to be aware of what that combining does (more than the results). 

Marek: ‘Everything has a voice, but are we capable of hearing it?’ He mentions Pauline Oliveros in this context, about the art of deep listening. And: ‘We could use our energy to give a voice to the things or people that are not heard yet.’

Talking about hearing ones voices - our home assignment was to give a voice to one of the sculptures we made in our last block. In class we share what we created and how awesome - what an extra layer of meaning has been added by that to all of our works.

I automatically thought about creating a voice on the piano (based on the combination of five scultures I made, see picture), but in class I realize that is not per se logical; everyone has made something different using voices of people or animals or things or AI - or whatever can produce sound. 

We see that the location of the source, the factor time and whether the sound has been made by using the material of the sculpture itself, or it comes from an external place - they all influence the overall experience of the art work. 

In the second halve of class we are focusing on foley art. That is the discipline or creating sound effects for movies or animations. Have a look too at this video we look at in class; the foley art of the movie Jurrasic Park.

Then it is our turn: in little groups we make our own foley art for a short scene picked from any movie or footage. The result? An afternoon full of laughter, focus and inspiration. Are you looking for a fun time? I recommend: try foley art!

This is the piece of sound (on piano) I made that comes with the sculptures I made before:





Les 18, 16 maart


We gaan met z’n allen naar Rotterdam!!

Programma: we bezoeken de kunstplekken TENT, Melly, Studio Dirk van Lieshout, Tale of a Tub en we eten pizza. Een geweldige dag en aanrader om deze plekken te bezoeken!



Les 17, 2 maart


Zie het Schutterstuk :). Ik ben diegene met witte kleren aan en tulpen op m’n hoofd. We hebben maskers gemaakt (zie de opdracht van vorige week in het vorige blog).

Daarnaast maken we miniaturen in de klas en stellen we de vraag: bootsen we de werkelijkheid in het ‘mini’ na, of is het een abstractie? Daarmee is het de laatste les van ‘sculptuur’.

Volgende week zaterdag gaan we naar Rotterdam met het hele jaar (ook alle andere parallele klassen uit het Oriëntatiejaar). Musea bekijken en verder is het nog een verrassing. Schoolreisje!

Tot de volgende blog!  



Les 16, 17 februari 


Op zich wist ik dat al. Koesteren. Het interesseert me om schatten te zoeken, en ze veilig te stellen, te bewaren. Te redden van niet zozeer alleen de vergetelheid, maar ook van het niet gezien zijn. Dat kan om woorden gaan. Het kan om verhalen gaan, om beelden. En ook om materialen die ik op die manier wil ordenen zodat ze ineens een reden krijgen om bijvoorbeeld niet weg te gooien.

Tijdens de ‘vlooienmarkt’ van vorige week in de les kregen we de opdracht om sculpturen te maken met de aanwezige materialen, als aanzet voor het huiswerk van vandaag. ‘Maak het groter, breid het werk uit - expand’, luidde de opdracht.

Ik koos een van de creaties van vorige week van mijn hand en maakte een sieradencollectie van bijenstof en plastic onder meer, zie de eerste foto’s onder dit blog. Docent Tim stelde me de vraag of mijn werk de sieraden an sich waren, of de collectie als geheel - tezamen in de doos? Dat maakt een verschil, dan kijken we er anders naar. Ik had er nog niet over nagedacht. Maar doordat hij me de vraag stelde werd ik me bewust dat ik daar een keuze te maken heb.

Zo kijken we ook wel een kwartier lang naar een kauwgombal van een klasgenoot, gekauwd van veertig kauwgompjes (huiswerk van de week ervoor, hij heeft wel dagen kramp gehad in zijn kaken), en stellen we verschillende vragen.

Wat nou als de verpakking van de kauwgom erbij staat, eronder, of ontbreekt? Wat nou als we meer weten over zijn relatie met kauwgom (de klasgenoot dacht vroeger dat je kauwgom moest doorslikken) of dat we ook de tekening erbij zien staan van een soort van geest die uit een kauwgompot komt?

De context staat kortom weer centraal, ook in het vervolg van de les. De docent vraagt ons om al onze werken in afstemming met elkaar in een lokaal te exposeren. Ook dan weer de vragen: hoe krijgen de werken verschillende betekenis, afhankelijk van hoe ze gepositioneerd zijn ten opzichte van elkaar?  

We zetten het ‘kijken’ op verschillende wijzen in de tweede helft van de les door. We tekenen elkaar na met houtskool, maar dan gekeken door de achterkant van een drinkglas, via een spiegel, door een gaatje in een papier. Ik teken Pieternel.

Vervolgens bootsen we onze getekende gezichten in 3D-papier na. En nog een keer.  Het huiswerk voor de volgende keer? Maak een sculptuur op basis van dat laatste werk (van papier), groter dan je hoofd zelf. Ik weet al wat ik ga maken. Over twee weken meer daarover, eerst is het vakantie.

NB. De meeste foto’s zijn gemaakt door Liane en Pieternel uit m’n klas. 


 

Les 15, 10 februari 2024


Het werkte, mijn aanpak van afgelopen week (zie mijn opsomming in mijn vorige blog hoe idealiter te maken). Ik vond de vrijheid terug, en mijn plezier, en dat vind ik een levenlang fascinerend, hoe je vanuit de juiste motivatie de dingen doet, met als effect: dat je licht en snel en goed kan werken.

Zo besteden we in deze klas van zaterdag meer tijd dan anders voor met elkaar maken. En dat doe ik vanuit een totale lichtvoetige benadering, noem het ‘tralala’, en dan maak ik binnen no-time meerdere creaties. Het is geen nieuwe les voor mijzelf, ik kreeg ‘m al tijdens het maken van m’n cabaretvoorstelling. Maar het is weer een her-innnering van dat het vaak zo voor me werkt: gewoon spelen, geen druk zetten, frank en vrij - en dan ga ik als een speer.

Ik schat in dat docent Tim daarom ook voor ons de druk eraf wil halen, door te zeggen dat het er niet om gaat Kunst te maken in dit Oriëntatiejaar. Een gesprek dat de laatste weken meerdere keren in de groep wordt gevoerd - wanneer is iets kunst en wanneer niet? Maar Tim wil ons volgens mij eerder aan het ‘maken’ brengen, vanuit verschillende invalshoeken, om bewustzijn te ontwikkelen over hoe verschillende lagen en contexten daarin een rol spelen.

Vandaag speelt letterlijk de context centraal vanuit waar we creëren, waar we vorige week met de opdracht om een rode grote appel te maken meer vanuit woorden aan de slag gingen. Daartussen lag nog het huiswerk van afgelopen week: een opdracht juist zonder woorden. We kregen een wit, klein kauwgompje mee - en dat was de opdracht. Er werd verder niks bij gezegd.

Voor mij werkte die opdracht. Ik zette de luiken open en startte met van alles te maken vanuit de associaties met dat kleine kauwgompje. Ik werkte met stof, klei, glas, verf en frottagetechnieken. Aan het einde van de week bracht ik mijn experimenten naar de klas, en ook de ‘uitkomsten’ - een soort raar wit roze geverfd kussen van een bank, diezelfde vorm uitgebeeld in geverfd gips in een blauw eierdoosje, en ingelijste kauwgoms. Op de straten stikt het van de kauwgom, maar als we dat nou mooier en anders ordenen? Tim geeft als feedback dat het goed is dat ik mijn experimenten ook heb meegenomen. ‘Het hoeft niet af te zijn, het gaat juist ook om die stappen daartussen.’

Maar het bespreken van het huiswerk doen we dit keer pas later in de les. We gaan eerst met zijn allen naar de markt, die vlakbij het Olympisch Stadion, en nemen materiaal terug dat we daar opsnorren. Een boomstronk, een Red Bull-blikje, ook klasgenoten krijgen eten mee van marktkraamlieden, oude rozen, enzovoort. De duiven laten we maar daar.

Eenmaal weer terug op de academie gaan we aan de slag met het materiaal dat we verzameld hebben, samen met ander materiaal dat iedereen al van huis meenam. De opdracht is om vier verschillende objecten te vervaardigen als uitgangspunt, in verschillende tijdsafbakingen. 

Maak iets dat:

- kan camoufleren binnen de context van de markt;
- je kunt combineren met de objecten;
- reageert op deze objecten;
- onze relatie tot deze objecten of deze context kan veranderen.

Klasgenoot Nellie leert een groepje vilten, er staat een muziekje op, en iedereen staat gebogen over tafels vol materialen en gevonden voorwerpen, alsof het een markt op zichzelf is. Samen of alleen maken we van alles en ik ervaar dat tralala-gevoel. (Ik maak de zes objecten op de laatste foto’s, tot en met de bril). 

Tot slot heeft klasgenoot Anne nog een interessante theater-performance voor ons in petto, geïnspireerd vanuit de opdracht van kauwgom. Tim gaf ons vorige week een kauwgompje en zei: ‘Dit is de opdracht.’ Anne reikt ons ingrediënten als wortel, gember en zaden uit en zegt bij elke overdracht een ander woord: ‘Dit is de conclusie.’ Of: ‘Dit is de vraag.’ En had ik al verteld dat Kiera en Diesel een muziek-performance gaven gebruikmakend van onder meer een oud blik van de markt? Aan creativiteit in onze groep geen gebrek! 

Volgende week de laatste les voor de vakantie. Ik wens jou en ons deze week allemaal veel tralala.

NB. De foto’s zijn gemaakt door Pieternel en mezelf. 



Les 14, 3 februari 2024


Zodra er ‘moeten’ insluipt, heb ik weer m’n vrijheid op te zoeken. Zoals ik eens dichtte: als ze me kooien, ben ik er vandoor :). Wat gebeurt er dan met me, denkend aan het maken van het huiswerk deze week? Dan ben ik eerder aan het ‘voldoen aan’, in plaats van scheppen vanuit nieuwsgierigheid. En dat houd ik gelukkig niet lang vol. Want die grens die ik tegenkom, zegt mij precies de waarheid.

Het huiswerk was: maak een rode appel. Dat sprak tot mijn verbeelding en de hele week had ik allerlei ideëen over uitvouwbare appels van hout. Maar ik nam niet voldoende rust voor het ontwikkelen ervan, dat resulteerde in een hele vrijdagmiddag hannessen met de kleur blauw (blauw, why?) en een soort gare ‘sinterklaassurprise’.

Toch leidde dat proces wel weer tot het slotresultaat. Maakte ik uiteindelijk een abstractie van een appel van piepschuim. De spuitbus met rood zette ik ernaast neer. Wanneer is / wordt iets een appel? Ook wanneer de suggestie dichtbij is? Ik haalde uiteindelijk opgelucht adem. In de eenvoud, en in de vraag, lag het antwoord. 

Maar ik weet wel dat ik het deze week anders ga doen. Ik wil terug naar maximale vrijheid en plezier en dat betekent dat ik mijzelf meer tijd te geven heb voor het proces. Ik wil ook ruimte khebben voor mogelijke mislukkingen. Zoals docent Tim tijdens de les zegt: ‘Hoover above your process’. Ik vertaal het als: kijk, experimenteer, leer je materialen kennen, pruts, klooi, ontdek het spanningsveld in wat je maakt. 

Het is wat we onder meer bespreken in de klas tijdens deze les. Waarna klasgenoot Diesel opmerkt ‘You can’t always get what you want, but what you need’, waarna klasgenoot Pieternel aanvult: ‘Misschien moet je daar een liedje over schrijven.’ Docent Tim zet The Rolling Stones op, naast dat we een masterclass gips van hem krijgen. We frotteren met verschillende materialen (met zakjes te maken ‘gips’ worden we op pad gestuurd, check ook wat frottage betekent indien onbekend, het leukste woord en een geweldige techniek). En we bespreken ieders rode appels natuurlijk.

Mijn wensen voor komende week:

  • Doe/maak alleen wanneer het uit mij voortkomt, in plaats vanuit een externe impuls.
  • Tijd nemen en aandacht kunnen hebben voor je proces - ruimte inplannen :) 
  • Dan is er ook tijd om eerst te divergeren - later in de week convergeren. 
  • Let op, voor de hele week: extra voor mijzelf zorgen deze week. Voor creëren heb ik tijd alleen nodig. 


  

Les 13, 27 januari 2024


De les van vandaag moet wat indalen voordat-ie postvat, maar schrijven helpt me altijd om tot essenties te komen.

Volgens mij gaat het onze docent Tim om het volgende. Wil hij dieper ingaan op het spel tussen wat je werkelijk ziet (noem het de werkelijkheid), en het ‘loopje’ wat je hoofd neemt - aannames, verwachtingen, fantasie, associaties (noem het ‘de droom’). Wat is jouw ‘eerste’ manier van denken en doen? Je kunt vanuit beide startpunten werken, denken, ervaren, maken. Als je je maar bewust bent van welke afslagen je neemt en vanuit welk kader je kijkt.

De les start zoals elke zaterdag met ons huiswerk klassikaal bespreken. Opdracht was na de materialenjacht van vorige week om aan de slag te gaan met datgene te maken waarvan je dacht dat je het wel zouden aantreffen op de Rietveld, maar wat in je perceptie er niet was. 

Wat was niet aanwezig op de Rietveld volgens klas 2023-2024? Opsomming:

‘Weird stuff’, opmerkelijke stoelen, of mooie dingen
een ruimte waar je kunt ontprikkelen, witte muren, of een plek waar je juist extra stimulatie krijgt,
meer competitie onderling, meer kritiek van de docenten,
praktische zaken: een kroonluchter, een kapstok en een houder voor je penselen.
Zelf denk ik aan een Rietveld-stoel en een hangplek en maak ik daarop geïnspireerde stoelen in een maquette van een lounge.

Bij de bespreking van onze werken gaat de docent in op het verschil tussen het ‘idee’ theepot - we hebben allemaal wel een concept in ons hoofd van hoe een theepot eruit ziet - en de suggestie van en het spelen met het idee van een theepot.

In de creatie van Roos zie je bijvoorbeeld het porselein van de echte theepot door de modderachtige klei waarmee het object is omhuld heenschijnen. Op die manier is ineens de donkere klei geen echte theepot meer, maar is het een spannend kijkspel tussen wat echt en niet echt is. Dat maakt het werk interessant, aldus Tim. Tegelijkertijd wil hij zich niet uitspreken over wat kunst kunst maakt, maar wil hij ons wel bewustmaken van die verschillende verdiepende lagen die je kunt zien en/of aanbrengen.

Het doet me aan een lesje Plato denken; de allegorie van de grot over hoe wij waarnemen. Kunnen wij ons bevrijden van de wijze waarop wij geneigd zijn te kijken? Kunnen wij meer zien, wanneer we anders kijken dan we altijd al deden?

In de tweede helft van de les gaan we verder spelen. In de gymzaal geven we elkaar instructies door een krakerige walky talky. Aan de ene kant van de lijn beschrijft iemand het object zonder dat diegene daarbij mag refereren aan wat het object daadwerkelijk is. Aan de andere van de lijn boetseert de groep op basis van de instructies het object in klei na, of vervaardigt het in karton. Daarna wordt het object ‘onthult’; het blijkt om onder meer een tulpenbol te gaan, een stuk gember, een varken, een halve croissant. Hilariteit, frustratie, vermaak - alles in aanwezig in de gymzaal, want iedere nabootsing ziet er anders uit. Hoe wij stuk voor stuk anders interpreteren is nu zichtbaar. Wat een coole oefening! 

Hoe geven we taal áán - hoe communiceren we - wat is het effect? Ik vind deze oefening van zenden en ontvangen interessant. Wat mij betreft hadden we nog tijd besteed aan de evaluatie ervan. Welke taal werkt nou goed voor de ontvanger? Wat kunnen we ervan leren? Maar het is alweer vijf uur, en we hebben al veel gepraat vandaag.

Komende week gaan we weer maken vanuit wat we leerden. Ik ben benieuwd hoe de les van vandaag in onze creaties zal doorwerken. 

Kunstenaars die vandaag aan bod kwamen: Mark Manders, Wim T. Schipper (’Het is me wat’), Rietveld (’Zitten is een werkwoord), Ghita Skali.

Foto zijn gemaakt door Laura Schutte, Pieternel de Bie, Anne-Ruth Webbink en mijzelf.



Les 12, 20 januari 2024


Vandaag is de eerste les van een nieuw blok, ‘Sculptuur’, onder leiding van docent Tim Mathijsen. We introduceren elkaar aan Tim door een werk van elkaar te noemen dat je opviel. Vincent noemt mijn laatste werken ‘muzikaal’, het grootste compliment dat ik me misschien wel kan wensen. Hoera, wat leuk om te horen!

Als eerste opdracht van deze lessenreeks hebben we allemaal thuis een sculptuur gemaakt dat exact 2,8 kg weegt, maar niet zo lijkt. Het mag lichter of zwaarder ogen, dat is aan jou. Sculptuur is hierin niet gedefinieerd: het is aan jou om te bewegen tussen die vrijheid, en de precisie van het aantal grammen.

Ik vind zo’n opdracht fijn. Er is wel een kader, maar tegelijkertijd kun je vrij bewegen.

Ik besluit om 3 kg witte klei te kopen, er 200 gram van af te halen en er ‘veertjes’ van te kleien. Ik maak een soort veertjesmobiel en hang ze op aan dunne latjes. Veertjes hebben het karakter van licht te ogen natuurlijk, ook al ziet het geheel er uiteindelijk toch nog zwaar uit door de dikke klei. Bovendien buigen de latjes bijna door. Minder geslaagd? Ik interpreteer Tim’s feedback als dat ik speel met de ogenschijnlijkheid en illustratie van licht en zwaar, en dat dat spel an sich interessant is.

En zo nemen we ruim de tijd voor het bekijken (en wegen met een weegschaal!) van ieders werk. Het is zoals elke week weer fascinerend wat iedereen ervan heeft gemaakt. Wederom een greep uit de werken: een grote gouden ‘fatboy’ met boeken erin, kleine loden kogeltjes die gepresenteerd worden als kaviaar, een constellatie van plastic zakjes met daarin zakjes zout gehangen (want zout neemt weinig volume in, maar weegt wel). Of neem de set aan dumbbells van klei waar 3 kg op is geschreven, de heliumballonnen die onder stiekem verzwaard zijn en de installatie van een zelf gebakken brood in een mandje dat door het katrol lichter lijkt. Oh en het mooie wattenwolkje van Sophia, dat is gevuld met een wegende deurstop. En zelfs nu ben ik nog niet compleet, kijk maar naar de foto’s.

Iedereen heeft gespeeld met de realiteit aandikken, verbergen of letterlijk lichter maken. Wat mij betreft is het een oefening in denken tussen wat is en lijkt. We spelen met verwachtingen.

In die lijn gaan we door naar volgende week. De tweede helft van de les besteden we aan een lijst maken van werkwoorden / zelfstandige naamwoorden / bijvoeglijke naamwoorden die we dit jaar ‘ervaren’ op de Rietveld, om vervolgens al aan de slag te gaan met het huiswerk voor volgende keer: maak een ding waarvan je had verwacht dat het er wel was op de Rietveld maar er niet is, gebruikmakend van materiaal dat je vindt op en rond de academie.

Als detectives gaan Roos, Aron en ik op ‘materialenjacht’ in het gebouw, wat heerlijk is: op avontuur en kijken met nieuwsgierige blik. Als we terugkomen ligt klasgenoot Diesel op de grond (ik denk even om te ontspannen), deelt Kiera plakken van haar brood met boter erop uit en raak ik met een groepje in een gesprek verzeild over wat we nodig hebben als studenten om ons te ontwikkelen (proces) in kunst (resultaat?) - en wat telt dan? Volgende week weer lekker verder Rietvelden.

NB. Foto’s zijn een mix van die van mij, Laura Schutte en Pieternel de Bie.


Les 11, 13 januari 2024


En we zijn weer begonnen! De vakantie is voorbij, het nieuwe jaar is gestart.

In de vakantie waren we aan het werk gezet. We kregen als huiswerk mee om een essay te lezen van Rebecca Solnit, ‘A Field Guide to Getting Lost' (2006), om vervolgens een wandeling te maken zonder uitgestippelde weg. Wanneer we voelden dat het moment en de plek daar was, was de opdracht om een performance te doen, en later je ervaring in woorden te delen op de groepsapp met je klasgenoten. Die woorden van de ander waren je inspiratie voor het maken van een installatie. Volg je het nog? Yes, heel wat stappen, en elke stap was weer een ervaring op zich.

Ik liet mij inspireren door de woorden van Solnit. ‘How do you calculate upon the unforeseen?’ schrijft ze. ‘It seems to be an art of recognising the role of the unforeseen, of keeping your balance amid surprises, of collaborating with chance, of recognising that there are some essential mysteries in the world and thereby a limit to calculation, to plan, to control.’ Daarbij koos ik een tekst van een klasgenoot waaruit ik het woord ‘tribute’ onderstreepte. Ik had al in mijn hoofd dat ik van een oude stoel iets wilde maken. En daar ging ik.

Tijdens het maken was er direct ruimte voor ‘the unforeseen’. Ik vond de oude garendoos van mijn oma en begon de fragiele draden te spinnen rondom het solide hout (ze braken bijna af, zo oud waren ze. Mijn oma gaf bijna een eeuw geleden naailes). De kleuren en het contrast van solide en kwetsbaar beviel me. Ook oude knopen en de sluiting van mijn gymtas van vroeger (gemaakt door mijn moeder) kwamen van pas. Ik stuitte op een mooi stuk hout op straat, en ook een knoop kreeg ik zomaar cadeau. Ik gaf ze een plek in de installatie. 

Ik wilde een stoel maken die transformeerde in iets nieuws, gebruikmakend van wat was, in wat kan. Ik had de leuning eraf gezaagd en verbonden aan de poten. Verfde nog de zaagzijdes van het hout. En voilà, iets nieuws was geboren. Ik genoot ervan! Ik voelde gemak, flow, spel, en connectie met mijn (voor)moeders.

In de klas bespraken en verkenden we elkaars installaties. Opdracht: doe alsof je iemand belt en vertelt aan de beller wat je ziet, om op die manier op een andere manier woorden aan je kijken te geven. Een performance op zich ontstond met een echt telefoonnummer uit een installatie en een beller aan de andere kant in Alkmaar, haha. 

Ook gezien (onder meer) als uitkomsten van het huiswerk: een soort mens van een strijkplank, een mensengroot vogelnest, een psychoanalyse van de wandeling van een klasgenoot in een muurkrantspektakel, een gewicht verpakt als ‘oog’ vallend in een zacht roze kussen en daar weer een video van. Zelfs was er een installatie waarbij wij zelf onderdeel werden van een stemmige situatie in de kelder van de Rietveld: waxinelichtjes aan in een kruisvorm met klassieke muziek op de achtergrond, afgewisseld met dansbeats en badeendjes. 

Tijdens de tweede helft van de klas was er ruimte voor het presenteren van portfolio’s voor diegenen die zich willen aanmelden voor DOGtime, de vijfjarige deeltijdopleiding van de Rietveld. Ook dat was leerzaam: hoe laat je nou in korte tijd effectief zien wat je in huis hebt?

Terwijl we met een groepje klasgenoten feedback gaven op een portfolio, hoorden we in het lokaal ernaast allerlei experimentele geluiden komen. De helft van de groep werkte daar namelijk aan een installatie gevonden van voorwerpen in de pauze, en daar maakten ze weer een videoregistratie van. Yes, we zijn weer begonnen.

NB. De foto’s in de klas zijn gemaakt door m’n klasgenoot Laura Schutte.



Les 10, 16 december 2023


De les van vandaag voelt als apekooi van vroeger, tijdens gym. Het is net een andere klas dan anders, de vakantieweken staan voor de deur en de stijl van de les is los, kris kras, en vrij.

We bekijken en bespreken elkaars huiswerk zonder klassikaal plan. En ondertussen wordt er getekend, gezeefdrukt, gegeten, gehangen, gepraat, geanalyseerd, gelachen, gemaakt, in het lokaal op de grond gezeten, aan tafels, staand, alleen en in teams. Later op de foto’s in de groepsapps Rietveld Killler Bees zie ik nóg meer werken gefotografeerd dan ik had opgemerkt in de klas. Zoveel gebeurt er tegelijkertijd, en zoveel is er om te kijken.

Nu is deze sfeer van met elkaar maken er elke week wel, maar misschien is het ook mijn eigen extra reflectieve staat richting einde jaar dat ik dit alles zo’n beetje extra bezie en ervaar. Namelijk wat we inmiddels zijn als klas, allemaal makers die allemaal door onze eigen processen gaan, waarin we elkaar inspireren, van elkaar leren, en ook gewend en vertrouwd zijn geraakt om die processen eerlijk te delen. Ik geniet ervan.

Over processen gesproken: ik ga door behoorlijk wat processen heen deze week. Op het ene moment mijn huiswerk makend, gebogen over onder meer kaarsvet, chocolade (au bain-marie), en bladgoud (hé, kwam dat nepbladgoud van vorige week dat ik toen als ‘teveel’ betitelde nu even mooi van pas). Op het andere moment geraakt in een sombere staat over de wereld (racisme, patriarchaat, onrecht, oorlog, disconnectie).

Ik ben blij dat ik aan het einde van deze week kan zeggen: ik denk dat de kracht schuilde in dat ik ze ergens heb toegestaan, die processen te ervaren. Want dan komt uiteindelijk ook wel weer de schoonheid van de dingen bovendrijven.

Hoe pakte dat uit in mijn huiswerk voor deze week? Allereerst, wat was het huiswerk ook alweer (zie ook mijn vorige blog): maak een mal voor een vorm, waarbij ook de mal op zichzelf interessant is, en denk aan het resultaat qua formaat in ongeveer een object om in een kerstboom te kunnen hangen. Abstract? Misschien. Maar als je in voorbeelden duikt, niet.

Waar ik mij vorige week nog richtte op eigenlijk slechts een onderdeeltje van het proces - namelijk het resultaat na een relatief kort maakproces - liet ik deze week meer ruimte ontstaan voor de maker in mij, zonder tegelijkertijd de criticus aan het woord te laten. Ook met docent Maartje trek ik deze conclusie. De presentatie van mijn werk is dan ook een verzameling van mijn proces: groenten en objecten en experimenten van gieten, graveren, uithollen, schrapen, knippen, snijden, vullen.

Het ene object is beter uitgepakt dan het andere, maar geeft wel een aanzet tot het volgende. De vrouwenborst van chocola gemaakt via een uitgeholde pompoen doet beter dienst als chocola (terug naar de originele staat, in de klas snijd ik de borst in stukjes), maar het appeltje dat ik uithol en vul met goud en kaarsvet of de courgette en zoete aardappel met LOVE en Merry Xmas erin gegraveerd en geverfd, of het hartje, zou ik wel in een boom hangen. 

En dan heb ik nog niet eens verteld wat mijn klasgenoten er weer allemaal voor ongelooflijks van hebben gemaakt, kijk maar naar de foto’s. Van gips, zeep, klei, siliconen, ijs, deeg uit mallen van granaatappels, handschoenen, electriciteitskabels, walnoten, ga maar door, zijn de mooiste objecten gecreëerd. Ons lokaal is als een prikkelende galerie. 

Voor mij is naast de lessen die ik oppik over het maken zelf, vooral ook het kijken naar en denken in positief (mal - of vorm) en negatief (vorm - of mal) boeiend. Wat om mij heen is eigenlijk een ‘mal’, en wat een ‘vorm’?  Leg je die mal op je eigen kijken, zie je ineens overal mallen en vormen om je heen. Zie je dat dat een oneindig proces is. Misschien wel zoals mijn week deze week uitpakte: dat wat ik voelde (mal), leidde tot wat ik maakte (vorm), en zo oneindig door. Alles wordt uit alles geboren, continu. Ik moet denken aan de essays die ik daarover schreef, voor het boek PLAY

Tot slot. Helemaal voor het apekooigevoel mogen we met de zeefdrukpers van klasgenoot Kiera aan de slag om onze ontwerpen à la Kisman (zie blog vorige week) te printen op meegebrachte T-shirts. Ik probeer om mijn les van vorige week toe te passen (’vind de eenvoud in de complexiteit’) en maak twee elkaar omarmende handen. Overal liggen T-shirts door de klas, we helpen elkaar om tot ontwerpen en zeefdrukken te komen, wat een fijn proces.

Dit is wat boven komt drijven vandaag: niets is statisch, alles is in beweging. Kill your darlings, maar heb ze ook lief. In negatief, zit ook een positief. Onbedoeld de afsluiting van dit blog, van dit oude jaar? Over drie weken pakken wij Rietveld Killer Bees de draad weer op. Yes, darlings, op naar alles wat weer gaat volgen (uit). Dank, oud. Op naar nieuw. 


Les 9, 9 december 2023


Het was een leerzaam weekend. Veel gedachten over ‘maken’ dit weekend. Hoe creëer je, opdat je blij bent met het resultaat? 

Les 9 maakt veel los. Ik ben namelijk niet tevreden over hoe mijn huiswerk is uitgepakt. Waarom eigenlijk niet? Wat zit me dwars? Wanneer ik later mijn eerste ontwerpen in het proces zie, vind ik ze wel mooi. Maar in de klas deel ik mijn ongenoegen over het eindresultaat, dat voelt als ‘teveel’ en niet in balans. 

Het huiswerk was om behangpapier te ontwerpen vanuit de inspiratie van een nummer dat je heel graag luistert. Ik kies ‘Walk Above The City’ van Paper Kites feat. een favoriete artiest van me, Maro.

Terwijl ik mijn creatie van deze week in het lokaal aan de muur tape - en ik vind het moeilijk om iets te delen waar ik niet achter sta - stelt docent Maartje me gerust. ‘Hierin schuilt juist de les. We gaan het beest in de bek kijken. Je zult zien dat je straks met een ander gevoel naar huis gaat.’

Tijdens het klassikaal bespreken van onze ontwerpen vraagt Maartje m’n klasgenoten positieve feedback op mijn werk te geven. Er valt natuurlijk altijd iets positiefs te zeggen, dat is ook zo. Ik noem zelf dat ik de eenvoud van de gift van Nellie zo mooi vond afgelopen week (lees m’n vorige blog), en dat ik ervan kan leren om minder verhalen tegelijkertijd te willen vertellen.

De docent grijpt in. ‘Je laten inspireren is mooi, maar je mag jouw eigenheid behouden. Zoek, in plaats van de ander na te doen, het komend half jaar naar de eenvoud in de rijkdom van verhalen die je te vertellen hebt.’ Ik ben blij met haar feedback. Minder is meer, en meer kan ook meer zijn. Het ligt er maar aan hoe je het opdient, natuurlijk.

Na de bespreking bereiden we ons alvast voor op volgende week. We ontwerpen een opdruk voor een T-shirt à la kunstenaar Max Kisman: maak een tekening waarbij de lege ruimte óók een ontwerp op zich is. Ik moet denken aan wat taoïsten in zoveel woorden zeggen: ook de leegte heeft een vorm. Deze oefening zullen we komende week eveneens in 3D voortzetten, door een mal te ontwerpen die zowel een mooie vorm geeft, als al van zichzelf is.

Maar voordat ik aan dat ontwerpproces begin, eerst nog de lessen die ik meeneem van mijn docent, mijn klasgenoten, en mezelf op een rij:

- Ga terug naar dat punt in het proces waar je plezier had in het maken. Dat plezier zit er namelijk in verscholen. Eigenlijk kun je dat kleine stukje eruit lichten. Zoveel meer hoef je er niet aan toe te voegen. Geef het ruimte.
- Voel eerst wat je gaat maken. Doe het nooit vanuit ‘moeten’, maar vanuit ‘mogen’. Elke aanleiding is een kans om iets te mogen doen, geen opdracht. Dat neem ik mijn week in.
- Merk je dat je echt vastloopt in je proces? Je mag ook opnieuw beginnen.
- Maak een keuze in je maakproces. Geef ruimte om iets te laten ontstaan, maar neem op een gegeven moment ook een beslissing over wat het gaat/kan worden.
- Tegelijkertijd: heb vertrouwen in de stappen van je maakproces. De ene stap leidt weer tot een volgende.
- Onderzoeken is niet ‘cheaten’. Dus: googelen mag als je iets wilt weten. Echte nieuwsgierigheid leidt juist tot creëren.

Wat mij betreft is de samenvatting van dit alles: vormgeven (of lees: leven. ‘Hoe maak je een dag?’ is ook een favoriet onderwerp van me) is de leiding nemen over jouw proces. Opdat je het kan laten ontstaan. Ik leerde het al tijdens vele andere maakprocessen, en nu weer. En dat is juist de reden dat ik de Rietveld doe; om te leren en dat wat ik al weet te verdiepen en te verbreden, nu ook in andere disciplines. Dus wat gebeurt is precies wat ik wil. Ik ben dus heel goed bezig, haha.

Later die dag ga ik naar de film Renaissance van kunstenaar Beyoncé Knowles-Carter en voelt het alsof het antwoorden regent op alle vragen die ik mezelf stelde dit weekend. Want óf meer méér kan zijn. Over inspiratie gesproken, omg omg - just don’t hold back en zoek de vrijheid op in wat je maakt! (En ga die film zien ;)). 

Wat is jouw geheim voor een succesvol creatieproces?
Tot volgende week!

NB. Eerste foto was van m’n eerste ontwerp, tweede foto van het eindresultaat (gemaakt door klasgenoot Pieternel de Bie). De derde, vierde, zevende, achtste, en tiende foto zijn gemaakt door klasgenoot Laura Schutte.
NB. Over de foto’s: het is geen complete weergave van alle werken in de klas, wel probeer ik elke week zoveel mogelijk te variëren, zodat iedereen aan bod komt en de lezer van dit blog een impressie heeft. 


Les 8, 2 december 2023


Het onzichtbare vertalen, het is zelfs de titel van mijn website. Het is wat wij (verhalen)makers, kunstenaars, ontwerpers, noem maar op, doen. En dat begint met luisteren. Wat wil gehoord worden, gezien, en dus vertaald? Dat was de huiswerkopdracht van afgelopen week, over en voor de ander. 

In tweetallen interviewden we elkaar over onze dromen en wensen. Hoe zou ons leven er over vijf jaar het liefste uitzien? Op basis daarvan was de opdracht een 3D-portret van de ander te maken (ook metaforisch op te vatten), gebruikmakend van het kapotte apparaat dat we vorige week uit elkaar haalden. 

De hele week hadden we aan ons kunstwerk voor de ander geklust.
Al een beetje in Sinterklaassferen, maar dan 2.0 zou ik zeggen (want wat een luxe dat iedereen uit de groep per definitie van creëren houdt) hangt er deze zaterdag een opgewonden stemming in het lokaal: het moment is daar om de portretten aan elkaar te onthullen! Er zijn ook pepernoten.

Dat onthullen uit het ‘hullen’ (ik bedoel: ‘inpakken’) bevatte nog een speciale opdracht: besteed extra aandacht aan de verpakking van je portret. Welke verwachting wekt dat op over de inhoud? Alles doet ertoe. Alle aandacht telt. En dat is te merken, zeker als we aan onze gewekte nieuwsgierigheid mogen toegeven. Al gauw: blije gezichten in de klas, van herkenning, verrassing, ontroering.

Wat is er gemaakt? Een mechaniek van een oud apparaat met een katrolfunctie bijvoorbeeld: ‘trek maar aan het touwtje, zodat alles wat je wilt in je leven samen kan komen’ (en dat gebeurt dan ook in het mechaniek). Een dj-set plus hond van een mechanisch moederbord. En nog meer kleine en grote wensen van de klas verbeeld in omgebouwde koffiemolens, wekkers en camera’s. 

Mijn klasgenoot Nellie maakt een kleine buiging wanneer ze haar creatie aan mij overhandigt, gewikkeld in een wit kinderlakentje. Later bedenk ik me dat zelfs die buiging eigenlijk in het verlengde ligt van de verpakking en de inhoud. Want wat zij gemaakt heeft gaat over koesteren.

Aandachtig rol ik het object uit het lakentje. Ik moet slikken. Dit is zo mooi. Van een oude studioflitser heeft zij een kunstwerk als een oneindige beweging gemaakt. De zwarte kabel heeft zij opengesneden en alle dunnere gekleurdere kabels gedrapeerd in een koestering. Zo vertaalde ze mijn toekomstwensen, eerst als prototype in een tekening (zie foto), naar dit object, hier naar mijn eigen vrije woorden: alles zal komen, wat je koestert. Alles wat je koestert, komt. Alles wat om te koesteren is, komt. Je zou maar zo’n cadeau krijgen ... en of ik dit kunstwerk koester, Nellie!

Waar zij koos voor één abstracte uitdrukking van een verhaal, maakte ik grappig genoeg voor haar een creatie met heel veel kleine ‘letterlijke’ verhaaltjes en details erin verwerkt. Van die printer van vorige week fabriceerde ik haar droomatelier van natuurlijke materialen met een speciaal luchtig wolkendek op afroep, een machine waar je pijn kan transformeren in licht, en oude schroeven in goud. En een Sinterklaasgedicht.

We gaan verder. Maartje vertelt over de kleurtheorie van Josef Albers, ‘interaction of colours’: hoe jij kleur ervaart, is afhankelijk van de kleur eromheen. Kijk maar naar het plaatje onder dit blog: de blokjes in het midden ervaar je mogelijk als dezelfde kleur. Maar leg je ze naast elkaar, blijken het verschillende kleuren te zijn. Boeiend hè! Toepasbaar op het hele leven. We spelen met die theorie met van huis meegebrachte vellen gekleurd papier. Op de grond liggen overal combinaties, en daarmee kleine kunstwerken op zich. 

We eindigen de les met alvast de huiswerkopdracht van volgende week. Het heeft weer met luisteren te maken. Dit keer gaat het over het vertalen van muziek naar behangpapier. (Volgende week meer daarover). 

We hebben allemaal ervaren vandaag hoe fijn dat is, om gehoord (geluisterd) te zijn. 

NB. Foto vijf is van m’n klasgenoot Laura Schutte. 


Les 7, 25 november 2023


Het nieuwe blok is begonnen: design, gegeven door docent Maartje Smits. Vorige week gingen mijn klasgenoten al aan de slag met het maken van een prototype voor een ‘draagbaar object’, vandaag presenteert iedereen zijn uiteindelijke ontwerp in de klas. Ik was er vorige week niet (les 6), dus ik leer vooral door te kijken en te luisteren naar de groep.

Het doel van de opdracht is om je materiaal te onderzoeken en door verschillende stappen te zetten uit te komen bij je gewenste resultaat. Dat klinkt logisch, maar laat ik het voorbeeld geven dat Maartje ons ook per mail stuurde, nog vóór de les. In haar woorden: ‘Stretch the ways material can look. Who knew parmesan cheese could be foam, liquid and crispy?’

In de klas hadden ze vorige week gewerkt met het uitvergroten van de functie van een scharnier (ja, bijvoorbeeld die van een deur) met behulp van karton. Door de week heen was dit startpunt in denken geëvolueerd in onder meer een hart gemaakt van staal, een riem en sieraad van colablikjes, een heuptooi van gedroogde bladeren, een plastic beschermhoes voor je tekeningen, een gillet van wol, een beenwarmer van schimmels.

We besteden uitgebreid de tijd aan het feedbackproces. We zeggen: ‘What works for me ... ’ en ‘what I’d need from this piece ...’ in plaats van ‘I like … ’ Een bruikbare manier van feedback geven, ook voor andere terreinen dan de kunst als je het mij vraagt. Wat doet het uiterlijk, de functionaliteit, het materiaal, het gewicht van het object (et cetera) met je? Zoals elke keer vertellen we elkaar openhartig over onze werkprocessen. Mooi om ieders ontwikkeling te volgen (it works for me).

Daarna gaan we aan de slag met een kapot apparaat dat we van huis hebben meegenomen. Ik heb voor een printer gekozen, die zo groot is, dat ik vandaag maar met mijn grote reiskoffer (met daarin kapotte printer) naar de Rietveld ben afgereisd. Nadat we kort ons apparaat natekenen, nemen we de tijd om het uit elkaar te halen in zoveel mogelijk kleine stukjes.

Nooit eerder ontleedde ik een printer. Een ontspannen werkje! Wat mij boeit: alle ogenschijnlijke betekenisloze deeltjes vormen samen een printer. Haal ik een printer uit elkaar, verdwijnt de betekenis, en blijven losse, eenvoudige deeltjes achter. Stel je ze anders samen, kan het dus een andere betekenis krijgen. Laat dat nou de opdracht zijn voor volgende week. Cliffhanger wat eruit komt (kaartje met tekeningen als opmaat).

Tot volgende week!

NB. Foto twee, drie en vier zijn van m’n klasgenoot Laura Schutte.



Les 5, 12 november 2023


Wat in je persoonlijke leven verdient een nadere blik? Maak een werk met materiaal naar keuze dat niet onder dit onderzoek uitkomt. Met dit huiswerk werden we afgelopen week op pad gestuurd, en daarmee het diepe in. Onze docent Marieke Zwart: ‘Get it out, get it out, en kijk er dan nog eens naar.’ 

Vandaag staat de bespreking ervan op het programma, maken we met elkaar een ‘collaborative salad’ en krijgen we les in modeltekenen. Wederom een rijke invulling. We gaan dus meteen van start!

De bespreking van ons huiswerk gebeurt op een bijzondere manier. Eerst vraagt Marieke ons om ons huiswerk op de muur te hangen met een wit vel ernaast. Vervolgens schrijven we daar allemaal twee woorden op die in ons opkomen bij het zien van elkaars tekeningen. Met gebruik van die woorden maken we op een tweede wit vel zinnen die we bij de betreffende werken vinden passen. Daarmee krijg je direct een A4-tje vol originele feedback cadeau.

Een voor een lezen we de feedback over ons werk voor. Dat raakt, en bij het voorlezen ervan is het soms even slikken; we hebben niet geschroomd à la Tracey Emin, de kunstenaar die we vorige week bespraken, onszelf aan onze eigen eerlijke onderzoeksblik bloot te stellen. De een neemt in tekeningen haar vulva en seksleven onder de loep, de ander haar altijd ontstoken darmen, een volgende haar relatie met haar moeder, of denk aan onderdrukte demonen, noodzakelijke eigenliefde, en ik mijn baarmoeder en wat daar in kan groeien (in een ‘baarmoederboek’ in een ringband die je als leven oneindig kan omslaan). Kunst mag schuren en dat is voelbaar in de klas.

Het groepsproces van afgelopen weken van elkaar leren kennen wordt in deze les wederom versterkt. Het is een intieme bubbel van groeiende veiligheid waar we een hele lange zaterdag in mogen vertoeven. Het maken van de salade (iedereen nam twee ingrediënten mee) draagt daar aan bij. Het werkt ondersteunend voor wat we er komen leren en het is knap hoe onze docent dit neerzet.

Na de lunch gaat de les in tempo verder met modeltekenen en leren we vooral accent te leggen op waar het gewicht (en dus het standbeen) van iemand rust. Dat weten uit te drukken, zal je tekening verbeteren. We tekenen met een timer erbij, wat mij helpt voor het direct neerzetten van de belangrijkste lijnen van de pose.

We wisselen modellen, houdingen, en sluiten af met wederom een bijzondere twist: schuif een ezel op, en maak elkaars werk af. Het effect wat mij betreft? Het voelt hoopvol dat mijn werk door mijn klasgenoot is verbeterd. Dat zat er kennelijk in verscholen. Onze docent wil ons meegeven dat alles altijd een nieuwe invalshoek kan gebruiken en dat er kracht schuilt in samenwerking. 

De vier uren van deze middag zijn vanwege het tempo en de diverse en prikkelende inhoud voorbijgevlogen. We hebben het over de noodzaak om van binnen naar buiten werken, van opnieuw en opnieuw en opnieuw naar je werk kijken op verschillende manieren (inspiratie: David Hockney). En wat gebeurt er wanneer je de schaal van je werk verandert, of wanneer je het naar een volgende ruimte brengt (van privé naar publiek bijvoorbeeld). Welk grotere, universele verhaal vertel jij wat eerder klein begon?

Je kunst kan continu in beweging zijn, doordat jij het beweegt en het opnieuw beziet (en de ander ook).

Jammer dat ik volgende week zaterdag niet naar les kan. Want ik kijk nu alweer uit naar de volgende.

NB. Over twee weken volgt m’n nieuwe blog. 
NB. De laatste foto is een samenwerking van twee van mijn klasgenoten. 

 

Les 4, 4 november 2023 


‘Slim’, zeg ik tegen een vrouw die ik een groene wijnfles zie oprapen van de grond, nog voordat we het pand van de Rietveld binnengaan voor de les van vandaag. Ons huiswerk was om vijf verschillende gekleurde transparante flessen mee te nemen. Ik denk dat zij een student is uit een andere klas. Ze blijkt de docent van vandaag te zijn, Marieke Zwart.

Wat ik zojuist zag, is wat ze ons wil leren vandaag. Observeren. Goed kijken. Ontwikkelen. Wat kan je inspiratie zijn om te maken? De lege fles op straat is letterlijk de weg naar je volgende kunstwerk.

Eerst onderzoeken we hoe we onze lijnen op het papier zetten. We krijgen de opdracht om onder meer een ‘zware’ lijn te tekenen, een ‘subtiele’, een ‘snelle’. Hoe drukken wij ieder die opdracht uit en herkennen we ook elkaars intenties? Zijn er constanten te ontdekken in de lijnen die we ervan maken? Jazeker. Verschillen? Ook. Het ‘hoe’ beïnvloedt het ‘wat'.

Daarna gaan we met zacht pastelkrijt een van de meegebrachte flessen natekenen op grote witte vellen. Geconcentreerd bestuderen we het licht en donker van onze flessen. Denk je dat je zo ongeveer wel klaar bent met de tekening, zegt de docent: ‘Kijk nog een keer, en wat zie je dan?’ Hoe beter je kijkt, hoe meer je ziet. Het is echt zo, en het is zo boeiend! En zo kun je laag op laag, en dieper en dieper, de werkelijkheid nabootsen.

Overal verschijnen de prachtigste flessen op het witte vlak. Marieke, als een gelukkige docent: ‘Ik kan zien dat jullie gekeken hebben.’

Dan krijgt de les een twist. We krijgen de opdracht om nu een fles vóór de eerst getekende fles te plaatsen en die ‘over’ je eerder getekende fles te tekenen. Lichte commotie is voelbaar in de klas. Moet dat echt? Maar we doen het, en we blijken zo nog beter te leren observeren. Waar ‘raken’ de transparante vlakken van de flessen elkaar en hoe breng je die tot leven op het papier? Je ziet de flessen relaties met elkaar aangaan. Het kan me ontroeren als ik ernaar kijk. Terecht hoor ik na deze ronde een medestudent opmerken: ‘Al onze tekeningen zijn er nog mooier op geworden.’

In de volgende tekenronde doorlopen we hetzelfde proces, maar dan met nieuwe flessen op een nieuw vel, in jouw eigen compositie.

Het einde van de les nadert. Marieke neemt ons mee in verschillende werkprocessen en invalshoeken van kunstenaars om tot kunst te komen. We bespreken Giorgio Morandi, Wassily Kandinsky, Natasja Kensmil, Georgia O’Keeffe, Vivienne Westwood, Nola Hatterman, Pierre Bonnard, Marieke Zwart, Sara Bjarland, Saskia Janssen, Erik van Lieshout, Tracey Emin.

Wat kan de wereld leren van kunstenaars? En andersom: wat kunnen wij makers leren van onze omgeving?  

De laatste opdracht van de les moet ik helaas missen, maar haal ik op zondagavond thuis in. De opdracht is om in te zoomen op het overlappende vlak van de flessen en daar vervolgens een nieuw abstract kunstwerk uit te laten volgen.

Ik zet thee, zet Chopin op, en ga aan de slag. Ik geef mezelf de ruimte om te durven, met pastel en verf, en met ook mijn vingers als kwasten. Wanneer vind ik dat het ‘af’ is? Elke keer weer kijken, en gevoelsmatig kijken en doen wat nodig is.

Wat word ik toch blij van maken. Wat is het toch boeiend om te ontdekken hoe je daartoe kan komen. Wat maken we met de klas toch telkens allemaal ontzettend mooie werken. Wat geloof ik toch dat dit moois in ons allemaal zit. En dat dit goed is, voor iedereen.

Wereld, denk ik voor het slapengaan. Maak maar geen oorlog. Maak kunst.

NB. De werken in de tweede rij zijn van mijn klasgenoten. De vijfde foto is gemaakt door mijn klasgenoot Laura Schutte. De foto op de derde rij is van het werkproces op zondagavond. De ene tekening transformeerde in de volgende foto. De laatste in de rij is Morandi aan m’n muur, die ik toevallig een paar dagen voor de les fotografeerde. En nu ik alles bij elkaar zie, denk ik ineens: hé, die kleuren, die vogel(s), Morandi. Alles lijkt wel samen te komen. 



Les 3, 21 oktober 2023


Wat een boeiende, rijke les hadden we weer vandaag! Er valt zoveel te vertellen over deze middag.

We begonnen met samen een tekening te maken. Met en van je buurklasgenoot, op hetzelfde grote witte vel. Maar dan wel met het houtskool in de hand waar je normaalgesproken niet mee schrijft of tekent. Je hand mocht niet van het papier geraken, je ogen hield je op andermans gezicht gericht. Nadat je dit een aantal keren deed, keek je hoe je van al je ogenschijnlijke chaos samen een geheel kon maken. Wat kwamen er mooie kunstwerken uit!

Daarna creeërden we in groepjes assemblages van objecten die we van thuis hadden meegenomen, met als opdrachtje om uit te beelden ‘wat houdt destructie tegen’? Je hoorde allerlei diepfilosofische en wonderlijke verhalen door de klas galmen, maar al gauw zaten we in opperste concentratie de compositie na te tekenen. De concentratie van samen aan het werk zijn, wanneer mensen dan ineens fluisteren wanneer ze iets willen zeggen, vind ik de verrukkelijkster stilte.

Martijn den Ouden, onze docent van vandaag, leerde ons om eerst het donker van de objecten na te tekenen, en het licht van het witte papier open te laten. Wanneer je zo kijkt, en van donker naar licht werkt, zal je beter tekenen. Ik begon eerst direct lijnen op papier te zetten zonder eigenlijk echt goed te kijken, realiseerde ik me. Daarna besloot ik het vel om te draaien en opnieuw te beginnen, maar nu op basis van wat hij ons juist had geadviseerd. Volgens mij zeiden docenten me dit al eens eerder tijdens tekenlessen, maar paste ik het niet echt toe. Maar nu kwam het aan, en ik leerde ervan! 

De les was nog niet afgelopen. We maakten blinddoeken van papier van elkaar op basis van elkaars persoonlijkheid, zodat je onder meer toegepast leert werken. En ook was de opdracht een opmaat naar de laatste groepsoefening: teken geblinddoekt en geef elkaar instructies hóe. Er kwam een ‘locomotief collectief’ uit op een groot horizontaal vel. 

Martijn sloot de middag af met de kern van de les en haalde daarvoor Picasso aan: ‘Het kostte me vier jaar om te leren schilderen zoals Raphael, maar een levenlang om te schilderen als een kind.’ 

Wat gebeurt er wanneer je afleert en loslaat, en opnieuw kijkt en leeft? De Rietveld leert je zoveel meer dan alleen maken. 



NB. Volgende week is het vakantie. De week erop volgt een nieuwe les, en een nieuwe blog. 

Les 2, 14 oktober 2023


Vandaag gingen we kleuren mengen met acrylverf. Het ging om het nabootsen van tinten van objecten, of bijvoorbeeld van kleding, van je medestudenten. Het was nog best een uitdaging om de juiste kleur gemengd te krijgen, en een hele leuke oefening. We hadden een berg vellen met mooie kleuren als resultaat. 

Ook beschreven we in de groep elkaars objecten, maar dan alsof we ‘nieuw’ op deze wereld waren, en geen taal hadden die refereerde aan zaken die we al kenden. Kortom: hoe kijk je als je niet kan verwijzen naar wat je al kent?

Daarna verzamelden we de geverfde vellen in het midden van het lokaal. Het idee van de oefening was om iets te maken voor het collectief, vanuit het collectief (voorbij het ‘ik’).

Eerst begonnen we met de groep kleuren te verzamelen die matchten, later gingen we meer vrij spelen en kwam er meer contrast in de compositie. Ook werden de studenten zelf onderdeel van de installatie. Uiteindelijk nam je een aantal geschilderde vellen mee naar huis, om ook daar weer iets van te maken.

De les ging er onder meer over hoe je je creativiteit op gang kunt brengen: dat inspiratie overal is, continu en oneindig (inderdaad). Alles en iedereen kan je (aanleiding tot) materiaal zijn. (En een ‘werk’ is in die zin dus altijd een collectief gegeven, want ingegeven door en voor alles om je heen).

De groene bidon kan een opmaat zijn voor een nieuw werk. Of je kunt jezelf bijvoorbeeld de opdracht geven de hele dag de kleur groen te zien. En de volgende dag de kleur blauw. Enzovoorts. Kijk eens wat je dan opvalt. Zet eens een paar voorwerpen naast elkaar en kom vanuit die compositie op het volgende idee.

Je geeft jezelf een klein opdrachtje mee, en vanuit die kleine inspiratiebron kom je tot het volgende.

Dat is wat ik de leerlingen die ik lesgeef ook zeg: geef je pen en daarmee je inspiratie een richting. Uiteindelijk ben je je eigen opdrachtgever. Dat is toch eigenlijk geweldig!

Ook ging het erover in de les om je relatie met werken in kleur te verkennen. Ik werk altijd al best veel in verschillende kleuren. Ik vond die regenboogverzameling van vellen dan ook zo mooi! (Weer die regenboog, zie de blog van les 1). Ook te spelen met kleurencombinaties, voelt bevredigend.

Onze docent was vandaag Neil Fortune. Kunstenaars die we bespraken in deze les waren Tony Cragg, Mark Rothko, Ton Zwerver, Erwin Wurm en Olafur Eliasson.



Lesdag 1, 7 oktober 2023


De opdracht van de eerste les was om op transparant papier je bewuste, je onbewuste en je onderbewuste te tekenen. In de veronderstelling dat je onbewuste die andere twee werelden verbindt, aldus de docent Razia Barsatie.

Terwijl ik thuis, na de les, de tekeningen op mijn raam hang en er een foto van maak, valt me ineens de regenboog achter de tekeningen op. Er schijnt een regenboog door mijn verschillende werelden heen, zo groot als ik nooit eerder voor mijn deur zag. Ik word er heel blij van!

Ik schrijf nadien op wat ik leerde in de les. Dat het bijvoorbeeld fijn werken is op transparant papier. Eerder printte ik er gedichten op (die verkocht ik als ‘gedichtenrolletjes’), nu ook teken ik op het melkachtige papier. Ik houd van de lijnen die ik teken. Ik vind alles mooi, wanneer ik het met aandacht maak en doe.

Tijdens de toelating werd me gevraagd of kunst per se mooi moet zijn. Die vraag neem ik mee gedurende dit lesjaar. Ik vind dingen al snel mooi. Ik zie continu composities om mij heen.  

We bevragen onze en elkaars werken. Dat is ook wat ik aan de leerlingen zeg die ik zelf schrijfles of kunstonderwijs geef, of wanneer ik m’n kinderboek Operatie Bloemenbuurt met ze bespreek: een vraag stellen doet een poort open.

Ik geniet van de middag, van de rust van het maken. Ik heb heel intuïtief gewerkt, en tekende zonder te stoppen. Van het een kwam het ander, het wordt altijd iets, je moet gewoon ergens beginnen. Dat had ik al eens eerder opgemerkt (ik verkoop ook T-shirts met die tekst).

Wanneer ik dit blog af heb, is het met een bepaalde druk op de knop ineens verdwenen en tik ik het opnieuw. Natuurlijk is het anders dan het was.

Ik probeer de kunst van het maken toe te passen: loslaten, gewoon doorgaan, er komt altijd nieuw na nu. En misschien ontdek je dan weer iets, wat je eerder niet zag.

Een deel van mijn onderbewuste uitgelicht :)

 


︎ info@hannahaukes.com | ︎ 0031(6)42216346 | ︎ newsletter | ︎ website: © Hannah Aukes 2023 | profile ︎: Geertje van Odijk | general conditions | privacy & cookies